Dreiging

€ 12,50

Dreiging

€ 12,50

 

 

 

 

Donkere wolken pakken zich samen boven de hei. Jannes de herder heeft gevoeld dat er onheil op komst is. En hij krijgt gelijk...

In een kleine nederzetting, waar iedereen elkaar kent, bepalen mystieke gebeurtenissen in de bossen en op de hei voor een deel het dagelijks leven.

Fragment

 

Midden in de nacht wordt Otto gewekt door een afschuwelijke angstkreet op de hei. Geschrokken rent hij zijn hut uit… wat is er aan de hand?

Ongeveer twintig meter bij hem vandaan ziet hij een jonge vrouw staan. Hoewel de afnemende maan nog behoorlijk licht geeft in de nacht, herkent Otto haar aanvankelijk niet. Wel ziet hij, dat ze als verlamd van schrik geen stap meer kan verzetten. In een ogenblik is hij bij haar en legt zijn arm beschermend om haar schouder.

‘Deern toch. Wat is er aan de hand?’

Trillend heft ze haar arm op en wijst.

‘Spoken,’ zegt ze bibberend. ‘Spoken.’

Otto kijkt in de richting die zij aangeeft en ziet meteen wat ze bedoelt. Verderop staan enkele jeneverbessen - bomen die in de duisternis angstaanjagende gestalten kunnen aannemen. Ze hebben wel vaker iemand de stuipen op het lijf gejaagd. Door hun ongure silhouet laat menigeen het wel uit zijn hoofd om in de late avond de hei op te gaan.

‘Daar hoef je niet bang voor te zijn,’ stelt Otto haar gerust. ‘Maar wat doe jij hier midden in de nacht?’

Dan ziet hij, met wie hij te maken heeft. De dienster van Julius Lokhorst.

‘Ik weet niet waar ik heen moet,’ huilt ze. ‘Julius heeft me weggestuurd en ik heb niemand waar ik naartoe kan.’ Voordat Otto zich kwaad kan maken op die herenboer vervolgt ze: ‘Mijn buik doet zo’n pijn.’

‘Kom maar mee naar mijn hut,’ biedt Otto aan. Maar ze kan niet meer lopen.

‘Au, auw,’ gilt ze. Van de pijn gaat ze op de grond liggen. ‘Er loopt vocht uit mijn lijf. Ik ga dood!’

Otto raakt niet gauw in paniek, maar deze situatie weet hij niet in de hand te houden.

‘Jannééééés,’ gilt hij in de richting van diens hut.

Het lijkt wel of de herder op zijn hulproep heeft liggen wachten, want binnen enkele ogenblikken komt hij aanlopen. Met zijn rustige en bedaarde wandelpas geeft hij aan, dat er wat hem betreft geen sprake is van een panieksituatie. Hij trekt zijn oude, vuile jas uit en legt die over de vrouw heen.

‘Zo blijf je tenminste warm. En laat me nu eens kijken.’

De anders zo stugge herder keert zich nu liefdevol, bijna teder, tot de jonge vrouw. Bedachtzaam onderzoekt hij haar buik en onderlichaam.

‘Je wordt moeder, mijn dochter,’ zegt hij theatraal. ‘Houd je haaks. Je kind zal spoedig geboren worden.’ Dan naar Otto: ‘Haal jij twee schaapsvachten uit mijn hut. En snel!’

Even later klinkt het huilen van een pasgeboren jongetje over de heide. Vakkundig bindt Jannes de navelstreng aan twee kanten af en bijt hem vervolgens door. Een ogenblik kriebelt hij met zijn lange, vuile baard over het blote lijfje van het pasgeboren mannetje. Dan legt hij hem op de buik van zijn moeder. Met een onbewogen houding verbergen de mannen hun ontroering. In de schemerige nacht aanschouwen zij de plaggenhutten, die als schimmen boven de hei uitsteken. Ze weten van het leed dat daar heerst, omdat ouders hun kinderen niet kunnen voeden.

‘Dat zal deze vrouw en dit kind niet overkomen,’ bezweren zij elkaar.

 

Recensies

 

NBD Biblion:

In deze roman wordt een sfeervol beeld opgetrokken van het platteland anno 1860 in de buurt van het fictieve landgoed Sterrenloo. Het beeld van het leven in het Nederland van die tijd is realistisch en natuurlijk. Een mysterieuze dreiging is aldoor voelbaar, een constante dreiging die elk moment kan leiden tot ontsporing van het dagelijks leven op het land en in de plaggenhutten. Otto is jachtopziener en toezichthouder en hij is in dienst van een adellijk heerschap (een grootgrondbezitter en baron) om controle uit te oefenen over de bevolking van de boerderijen en de plaggenhutten. De elite versus het heidevolk. Hij moet er onder andere op toezien dat de boeren op tijd hun huur betalen. Toch wordt hij erkend en herkend als zijnde een van hen. Donkere wolken pakken zich samen boven Sterrenloo. De klassentegenstellingen tussen bezitters en niet-bezitters van land, de strijd tussen geloofsgemeenschappen en bijna mystieke gebeurtenissen geven een broeierige sfeer door het hele boek heen. Een prima verhaal voor wie inzicht wil verwerven in een stukje Hollandse historie en het leven op het platteland anno 1860.

 

Yvonne Oomen Muurmans:

Een mooie sfeervolle cover die goed past bij een historische roman. De cover laat het land zien zoals het vroeger zou zijn geweest. Samen met de kudde schapen vormt de foto een goed beeld van vroeger. Dat beeld komt in het boek ook heel goed naar voren en draagt bij aan de totale beleving van het verhaal.
Met veel gevoel en zeer realistisch verwoordt Arie de Ruiter het leven op het land rond 1860. De personages komen uitermate goed tot leven en in je beleving van het verhaal kun je de hei bijna ruiken. Met hun sterke kanten maar vooral ook met hun zwakheden zijn de mensen heel realistisch neergezet. Je leeft zeker met ze mee en tijdens het lezen probeer je oplossingen te vinden voor de problemen waar ze tegenaan lopen. Sommige personages zullen je blij verrassen. In andere ben je diep teleurgesteld. De gebeurtenissen raken je en vol ongeloof en hoofdschuddend lees je verder. Het verhaal pakt je vast en laat je niet meer los tot de laatste bladzijde. Dit boek lees je niet, dit boek beleef je.

Volledige recensie:  www.hebban.nl/spot/boeken-op-zolder/nieuws/dreiging

 

Hanneke Tinor - Centi:

De Ruiter levert met ‘Dreiging’ een boeiende roman af. Hij weet de aandacht van zijn lezers vast te houden en dat is te danken aan zijn wijze van vertellen en zijn plezierige schrijfstijl. Een van de sterkste punten van deze auteur is echter zijn vermogen om beeldende omgevingsbeschrijvingen in zijn verhaal op te nemen. Je waant je in de bossen en andere settings.

De hoofdpersoon is stroper Otto. Otto trekt zich weinig aan van wat wel en wat niet mag, maar heeft desondanks een goede inborst. Ook maakt de lezer kennis met Jannes; een herder en zonderlinge man die met regelmaat onheilspellende aankondigingen doet die meestentijds uitkomen. Overigens zijn – naast deze twee – ook de andere personages goed uitgewerkt.

‘Dreiging’ begint met een artikel uit een krant dat dateert uit 1981. Het artikel meldt de vondst van een geraamte bij een hotel dat is afgebroken. Het mysterie van het skelet blijft de lezer bezighouden.

De Ruiter weet de spanning goed op te bouwen en werkt richting een onverwacht plot.

Volledige recensie: http://hanneketinorcenti.nl/dreiging/

 

Wendy Wenning:
Dreiging heeft beeldende beschrijvingen van hoe het vroeger was en vertelt tevens over het ontstaan van diverse gebieden. Het landgoed dat hier beschreven wordt is fictief, maar verwijst naar een bestaand landgoed nabij Ermelo.
De auteur heeft een heel mooi beeldend, spannend en onderhoudend verhaal geschreven. De beschrijvingen geven een levendige weergave en het is bijna alsof je er zelf bij bent. In het verhaal zijn veel levenslessen verweven en wat heel sterk naar voren komt in Dreiging is het gedrag van mensen en hoe ze met elkaar omgaan.
Ook de diverse geloofsstromingen worden aangehaald in dit boek, en dat de auteur soms kritisch tegenover de handelswijzen van kerkelijke en religieuze instellingen staat heeft hij ook lichtjes in het boek verwerkt. De auteur heeft uitgebreid research gepleegd en dat is ook heel goed tastbaar in het geheel.
Een indrukwekkende, historische roman met spanning, een vleugje humor en leerzame levenslessen. Een roman waar de auteur veel gevoel in heeft gelegd.

De volledige recensie is te lezen op: http://www.passievoorboeken.com/dreiging-leven-op-land-ron…/